Korbeek-Lo en Lovenjoel verdeeld door de spoorweg

De aanleg van de spoorweg in 1837 was een belangrijk nieuw feit voor onze dorpen.Korbeek-Lo en Lovenjoel werden, 130 jaar na de aanleg van de Tiensesteenweg, een tweede maal verdeeld. Dat was vooral het geval voor het gehucht Bruul, dat volledig afgesneden werd van de rest van Lovenjoel. Maar het spoor bood ook nieuwe kansen zoals de bouw van de psychiatrische inrichtingen of nieuwe woonwijken.

Spoorwegovergangen 

In Lovenjoel werd een bareel voorzien om de overgang tussen het dorp en de Bruul veilig te laten verlopen. De oorspronkelijke bareel bestond uit 2 rollende afsluitingen die, net zoals de wissels, bediend werden door een seingever vanuit een cabine. Er was een smalle doorgang voor voetgangers en fietsers en één bredere voor voertuigen. Later werden deze rollende barelen vervangen door slagbomen. Ook deze werden oorspronkelijk manueel bediend, bij de elektrificatie van het net werden dit automatische slagbomen. Ook straatnamen veranderden in functie van de spoorwegen: zo werd de Keizerstraat in Lovenjoel vanaf 1889 omgedoopt naar Stationsstraat. De spooroverweg in de Stationsstraat werd vervangen door een brug onder de sporen in november 1977.
In Korbeek-Lo was er oorspronkelijk een bareel ter hoogte van wat nu het containerpark is. Na 1860 werd de Bierbeekstraat verlegd en kwam er een viaduct, een smalle doorgang die tot 10 jaar geleden dienstdeed. Er waren ook barelen in het gehucht De Beuk. Via de Oaselaan konden de bewoners van Overlo gemakkelijk naar Bierbeek via de Herpendalstraat. Een tweede overweg was voorzien aan de Huizekensstraat, richting Sint-Kamillus.

Tegenkanting leidde tot 2 stations

Veel kleinere (veld)wegen verloren hun belang, nieuwe wegen werden aangelegd zodat de landbouwers hun akkers konden bereiken. Op verschillende plaatsen bleven er ook in de velden nog onbewaakte spoorwegovergangen bestaan. Gelukkig reden de treinen toen nog niet zo snel.
Zo bestond er in Lovenjoel, naast de tunneltjes tussen de Heerbaan en de Rijsmortelstraat, ook een overweg ter hoogte van de hoeve van de universiteit (in de Bijzondereweg). In de volksmond noemde men deze ‘het moleke’ omdat die overweg voorzien was van een draaimolentje waar de voetgangers slechts één per één konden oversteken.

Aanvankelijk werd op die plaats een stopplaats gepland. Deze halte zou dan gemeenschappelijk geweest zijn voor Lovenjoel en Korbeek-Lo. Volgens kwatongen zou burgemeester Maximiliaan de Spoelberch zijn veto gesteld hebben omdat de halte te dicht bij zijn kasteel lag.

Teloorgang 

Zo kwam het dat er pas na 30 jaar een station gebouwd werd in Korbeek-Lo, aan de noordzijde van het spoor op de grens met Bierbeek. Dit werd geopend op 13 januari 1867 en was opgetrokken in cottagestijl. Met zijn opvallende houten dakconstructie genoot het in die tijd heel wat bijval. De aanwezigheid van dit station was één van de redenen waarom Zorggroep Sint-Kamillus op de Krijkelberg gebouwd werd in 1932. Zo konden familieleden de patiënten makkelijker een bezoek brengen. De stopplaats Korbeek-Lo werd afgeschaft in 1973 en 4 jaar later werd het stationsgebouw gesloopt.

Lovenjoel kreeg een treinstop vanaf 1 juli 1889. Acht jaar later, in 1897, werd een stationsgebouw opgetrokken aan de zuidkant van het spoor (aan de kant van Bruul), dat in 1901 vergroot werd. In september 1965 werd het gebouw gesloopt.

Op beide stopplaatsen hield de omnibustrein tussen Leuven en Tienen nog enkele jaren halt, maar in de jaren 1980 werden ze afgeschaft, ondanks protest van het gemeentebestuur.
Aan de beide stations bevonden zich ook spoorwissels en zijsporen, zodat goederentreinen op een zijspoor terechtkonden voor het lossen van steenkool en andere zaken, of voor het laden van suikerbieten in de herfst. In de buurt van de beide stations ontwikkelden zich later nieuwe gehuchten en verkavelingen, zoals de Bruul of de Krijkellaan. Dit bracht een belangrijke toename van de bevolking mee in onze deelgemeenten.