Gedicht bezingt Bierbeek

Bierbeek kreeg in 2009 ook een dorpsgedicht van Hagelandse dichteres Ina Stabergh.

BIERBEEK

Zoals een boom, een birre of bron zo wijst
de watertoren de weg naar het dorp,
de kern waar een eeuwigheid geleden
het diepe borrelen ontsprong.

Een zomerlang aan de hand van bewoners,
nu en vroegere tijden, dwalen door holle en
binnenwegen, luisteren naar verhalen over
wijn en bier en het lege glas van Keizer Karel.

Hoe Mathildes‘ voorouders hier hun eerste
stappen hadden gezet. Vele stedelingen
naar de gordel tussen werkplaats en dorp
gingen om er te wonen en genieten
van ruimte en rust.

Van verhaal tot verhaal in mensen,
gebouwen en bomen sporen trekken.
Horen dat Kamillus, Zalige Walter,
Hilarius en Ermelindes weer leven
in de namen van erfgoed en borelingen.

Van Noord naar Zuid, kleine hand in grote hand,
wandelend langs beken en rivieren door het boek
van landschappen, zien hoe de kleuren van
de regenboog in bloemen, vogels en vlinders
zich spiegelen in kinderogen.

Hoe in dit Darwinjaar, vanuit de eerste kiemen
in moeras en rivier miljoenenjaren oude
schelpen, vissen en kikkers, dichterbij
dan de Galàpagos, ook het Hageland
licht werpt voor wie wil zien.

In gedachten grenzen verleggen, verder reizen
dan de wereldbol op de watertoren en telkens
terugkeren naar Bierbeek en de borre,
bron van rust, levenslange verwondering
en gorgelend verlangen.

Ina Stabergh, 2009