Familie de Spoelberch

Het geslacht de Spoelberch is een zeer oude adellijke familie die nauw verbonden is met Lovenjoel. Een van de voorvaderen werd in de adelstand verheven als krijgsheer in het leger van de Oostenrijkse keizer Ferdinand II. De familie leverde een aantal burgemeesters in Leuven en in de streek (Lovenjoel, Wespelaar, Haacht). Momenteel is de familie vooral actief in de financiële sector, als hoofdaandeelhouder van brouwerijgroep AB Inbev en de holding Cobepa.

In Lovenjoel resideerden Jean-Henri de Spoelberch (1766-1838), burggraaf en voorzitter van de Rechtbank van 1ste aanleg in Leuven. Hij was ook curator van de Universiteit van Leuven en componist van diverse muziekstukken. Zijn zoon, Maximilien de Spoelberch (1802-1873) was jarenlang burgemeester van Lovenjoel. Vader en zoon waren verwoede dendrologen: zij verzamelden en plantten tientallen soorten – vaak exotische – bomen in hun landschapspark in Lovenjoel (huidige locatie Salve Mater).

Maximilien had één zoon, Charles-Victor (1836-1907) die zich toelegde op het verzamelen en uitgeven van boeken van diverse Franstalige auteurs. Hij woonde afwisselend in Lovenjoel en in Parijs, waar hij bekend stond als een zeer gedegen literatuurkenner. Na zijn dood in 1907 schonk hij het familiedomein aan de KULeuven, die er later de psychiatrische inrichting Salve Mater liet bouwen. Zijn grote collectie boeken en kunst is nog steeds aanwezig in het Heilige Geestcollege in de Naamsestraat in Leuven. Zijn Franse collectie boeken schonk hij aan het Institut de France in Parijs. Ook het hotel de Spoelberch in de Regentlaan in Brussel is eigendom van dit instituut en fungeert als residentie van de Franse ambassadeur.